Mussel,
zijn vroegere inwoners,
hun leven & hun huizen
versie maart 2024
klik op de foto’s voor een
grotere afbeelding
Musselweg 142
Op
7
augustus
1868
koopt
Onstwedder
Haijo
Hendriks
Fennema
het
beklemrecht
van
een
stuk
heideland
voor
ƒ8,-
van
Jan
Hiskes
Wilzingh.
De
jaarlijkse
pacht
bedraagt
ƒ15,-
(bron
RHC
GrA
2207\-6208-35)
.
Fennema
verkoopt
het
op
4
maart
1869
met
ƒ2,-
winst
door
aan
Johannes
van
der
Heide
(bron
RHC
GrA
2207-6213-45
.
Dat
Van
der
Heide
wegens
wanbetaling
kort
daarvoor
uit
zijn
huis
aan
Bovensteveenweg
4
is
gezet
is
niet
het
probleem
van
Fennema.
Mocht
Van
der
Heide
ook
nu
zijn
pacht
niet
betalen
aan
de
eigenaar,
dan
is
het
risisco
geheel
voor
Wilzingh
of
diens
erfgenamen.
De
grondeigenaar
heeft
geen
enkele
zeggenschap
over
de
verkoop
van
het
pachtrecht.
Blijkbaar
heeft
Van
der
Heide
geleerd
van
het
debacle
aan
de
Bovensteveenweg,
want we lezen niets meer over wanbetalingen.
Johannes zal nog in 1869 een onderkomen op zijn grond hebben geplaatst.
Op
30
april
1902
verkopen
Anna
Van
der
Heide-Wubs
en
haar
dochter
Harmke
voor
ƒ200
hun
aandeel
in
het
huis
en
de
grond
aan
zoon
en
broer
Hidde
van
der
Heide.
Moe
krijgt
recht
op
een
vrije
woonkamer
en
25
are
tuingrond
voor
de
rest
van
haar
leven
en
de
uitbetaling
van
de
koopsom
levert
ze
in
voor
het
levenslang
recht
op
kost
en
verpleging
door
haar
zoon
en
schoondochter
(bron RHC GrA 2207-6496-35)
.
In
1929
moet
Wupke
zich
verantwoorden
voor
de
rechter
voor
een
“eenvoudige
beleediging”.
Het
procesverbaal,
opgemaakt
door
dorpsgenoot
rijksveldwachter
Koning,
verschaft
duidelijkheid:
Op
zaterdagmiddag
19
oktober
bezorgt
de
13-jarige
J.Themmen
de
krant
bij
de
fam.Van
der
Heide.
De
jongen
wordt
er
op
aangesproken
dat
hij
enkele
dagen
daarvoor
een
aansteker
voor
een
mes
had
geruild
met
Hidde,
de
bij
de
familie
Van
der
Heide
inwonende
kleinzoon.
Wupke
is
het
niet
eens
met
de
ruiling
en
wil
dat
de
ruiling
ongedaan
wordt
gemaakt,
anders
is
hij
een
“gauwdief”.
Melkrijder
Abel
Boels,
die
bezig
is
met
het
afladen
van
melkbussen,
bemoeit
zich
er
mee
en
zegt
tegen
de
krantenbezorger
dat
hij
geen
antwoord
moet
geven.
De
toon
waarop
dat
wordt
gezegd
maakt
Wupke
nog
bozer.
Ze
verwijt
Boels
dat
hij
ook
een
gauwdief
is;
ze
weet
iets
van
hem
en
daarvoor
had
ze
hem
vorig
jaar
“onder
de
toren”
kunnen
brengen
(een
oud
gezegde
voor
het
laten
opsluiten
in
het
gevang)
.
Veldwachter
Koning
verklaart
in
het
procesverbaal
dat
de
beide
families
al
geruime
tijd
in
onmin
met
elkaar
leven,
voortkomende
uit
een
“oude
veete”.
Wupke
wordt
veroordeeld
tot
ƒ5,-
boete
(bron
RHC
GrA
882-695-436)
.
De
familie
Boels
woonde
dicht
in
de
buurt
van
de
fam.Van
der
Heide.
We
weten
nog
niet exact waar, maar dat gaat nog komen.
Over
het
bovenstaande
nog
de
opmerking:
Het
was
in
die
tijd
vervelend
voor
de
betrokken
families,
maar
zovele
jaren
later,
dankzij
de
aangifte
van
Boels,
mooi
om
zoiets
in
de
archieven te vinden.
Ergens
in
de
oorlogsjaren
1940/1945
is
het
huis
van
Hidde
in
vlammen
opgegaan
door
een
verdwaalde brisantbom. Omdat er onderdak moest komen, bouwde Hidde er een noodwoning.
Hidde
en
Wupke
hadden
de
zorg
voor
kleinzoon
Hidde.
Hidde
is
kort
na
het
overlijden
van
zijn
vader,
Johannes
van
der
Heide,
bij
opa
en
oma
komen
wonen.
Binnen
de
familie
wordt
opa
“Oal
Hidde”
genoemd.
Na
het
overlijden
van
“Oal
Hidde”
zijn
de
erfgenamen
eerst
van
zins
om
de
bezittingen
in
een
openbare
veiling
bij
opbod
verkopen.
Op
21
april
1944
zijn
de
plannen
gewijzigd:
ze
zijn
het
met
elkaar
eens
dat
het
bezit
naar
Hidde,
de
kleinzoon
van
“ol
Hidde”
moet gaan. Hij krijgt het bezit in handen voor ƒ3000,-
(bron RHC GrA 2207-6969-46)
.
Harmke
Hubbeling
uit
Onstwedde
is
de
eigenaresse
van
de
grond.
Zij
zit
op
6
januari
1949,
samen
met
Hidde
en
Meeme
Strockmeijer,
bij
de
notaris.
Hidde
verkoopt
het
beklemrecht
van
een
deel
van
zijn
perceel
(sectie
O
1237)
aan
Meeme
Strockmeijer
voor
ƒ1000,-
(bron
RHC
GrA
2207-
6998-112).
Meeme
mag
er
een
huis
met
schuur
opbouwen;
de
“geschiedenis”
van
Musselweg
140
kan beginnen.
Op
4
september
1952
verkoopt
Hidde
zijn
huis
en
land
voor
ƒ2000
aan
buurman
Bodde
van
Musselweg
140.
Hidde
legt
er
dus
behoorlijk
op
toe.
Het
huis
staat
dan
nog
steeds
te
boek
als
een
noodwoning
(bron
RHC
GrA
OZ4-1059-99-WST)
.
De
familie
Van
der
Heide
vertrekt
naar
Rotterdam.
Bodde verhuurt het huis aan zijn dochter Ebelina.
Wordt vervolgd…..
Musselweg 140
Musselweg 142a
Musselweg 116 en hoger
Hidde van der Heide en
Wupke Wessels (collectie Johan van
der Heide, Rijssen)
Hidde van der Heide en Anna
Tjabringa (collectie Johan van der Heide,
Rijssen)
De drie kinderen van Hidde en
Anna die nog gewoond
hebben op Musselweg 142
(collectie Johan van der Heide, Rijssen)