Mussel,
zijn vroegere inwoners,
hun leven & hun huizen
versie februari 2020
klik op de afbeeldingen voor
een vergroting
Zandtangerweg 4
Het
verhaal
van
Zandtangerweg
4
begint
niet
in
Mussel
maar
in
Onstwedde.
Op
28
december
1824
verkopen
Meeme
Wubbes
Folker(t)s
en
Alke
Hilverts
Huiting
hun
huis,
“Erve
Rijckes
I”,
voor
ƒ200.
Een
stuk
bouwland
van
50
roe
gaat
weg
voor
ƒ220.
Koper
is
Geert
Hilverts
Hoiting
(bron
“Westerwolders
en
hun
woningbezit”,
deel
4)
.
Erve
Rijckes
I
was
gelegen
achter
Dorpsstraat
46.
Op
5
juni
1826,
bij
de
verkoop
van
een
resterend
stuk
grond
in
Onstwedde
(voor
ƒ70),
woont
Meeme
al
in
Mussel.
Waar?
Weten
we
(nog)
niet,
want
hij
heeft
dan
nog
niets
in
Mussel
gekocht.
Het
is
te
verwachten
dat
hij
een
onderkomen
had
op
de
grond
van
zijn
broer
Elze
in
Mussel.
Op
17
mei
1827
koopt
Meeme
dat
stuk
grond
voor
ƒ368,-.
Het
is
dan
nog
“meestal
woest
en
nog
dagelijks
ontgonnende”
(bron:
RHC
GrA
121-25-83)
.
Bij
de
start
van
het
kadaster
in
1829
woont
het
gezin
van
Meeme
op
het
adres
dat
we
nu
kennen
als
Zandtangerweg
4.
Het
was
één
van
de
vijf
eerste
huizen
van
Mussel.
Stel
je
er
niet
teveel
van
voor;
misschien
was
het
niet
meer
dan
een
plaggenhut.
Wat
heeft
de
man
bezield?
Hij
had
een
boerderij
met
landbouwgrond
onder
de
“Clockeslag
van
Onstwedde”.
Waarom
verruilt
hij
die,
voor
waarschijnlijk
een
hut,
midden
in
de
wildernis op een kaal stuk heide in Mussel, waar dan nog geen aardappel wilde groeien?
Het
“grondgebied”
van
Meeme
loopt
vanaf
de
grens
met
Musselweg
29,
evenwijdig
aan
de
Zandtangerweg,
tot
voorbij
de
Mussel
A.
Nu,
bijna
twee
eeuwen
later,
wonen
er
in
Mussel
nog
steeds tientallen nakomelingen van Meeme met de achternaam Folkers!
Binnen
drie
jaar
na
aankoop
van
zijn
stuk
grond,
komt
Meeme
te
overlijden.
De
26-jarige
Wubbe,
oudste
zoon,
neemt
het
beheer
van
de
boerderij
op
zich,
maar
is
niet
de
eigenaar;
de
zeven
nog
levende
kinderen
krijgen
allen
een
evenredig
aandeel
in
de
boerderij.
Op
2
juni
1840
neemt
Wubbe
het
aandeel
van
zijn
zus
Harmanna
over
voor
ƒ250,-
(bron
RHC
GrA
122-84-118)
.
Daarmee is Wubbe dus voor 2/7 deel aandeelhouder in de boerderij en alles wat er bij hoort.
Op
30
april
1845,
trouwt
Wubbe.
Acht
jaar
later
komt
ook
Wubbe
te
overlijden.
Van
zijn
vier
kinderen is alleen Meeme dan nog in leven.
Na
het
overlijden
van
Wubbe
in
december
1853,
zit
zijn
vrouw
Albertien
op
27
augustus
1854
bij
de
notaris
voor
een
inventarisatie
van
de
bezittingen.
Haar
zwager,
Roelf
Meemes
Folkers,
is
daarbij
aanwezig
als
toeziend
voogd
over
haar
nog
enig
levend
kind,
de
twee-jarige
Meeme.
Ook
een
andere
zwager,
Harm
Meemes
Folkers,
is
aanwezig.
Hij
heeft
de
bezittingen
getaxeerd.
Om
een
inkijk
te
geven
in
de
roerende
bezittingen
van
een
gezin
uit
die
periode
zijn
de
aantekeningen
van
Harm
getranscribeerd
weergegeven
in
de
kantlijn.
Bij
de
eigendomsbewijzen
lezen
we
dat
Wubbe,
naast
het
2/7
deel,
ook
nog
2/41
aandelen
heeft
verkregen door vererving en aankoop
(bron RHC GrA 119-6-122)
.
Albertien,
de
weduwe
van
Wubbe,
trouwt
op
17
maart
1855
met
buurman
Hendrik
van
der
Heide
en
trekt
bij
hem
in
op
Musselweg
49
.
Elze,
de
jongste
broer
van
Wubbe,
neemt
het
beheer
van
de
boerderij
op
zich,
maar
is
daarmee
geen
eigenaar.
Geleidelijk
aan
weet
hij
dat
wel
te
worden.
Op
31
januari
1856
neemt
hij
voor
ƒ300
het
deel
van
broer
Roelf
over
(bron
RHC
GrA
2207-6100-6)
.
Drie
jaar
later,
op
23
april
1859
,
koopt
Elze
de
rest
uit
en
krijgt
hij
de
boerderij
voor
het volle deel in eigendom
(bron RHC GrA T2207-6131-50)
.
Zoon
Roelf
wordt
door
de
Ambtenaar
van
de
Burgerlijke
Stand
in
het
Geboorteregister
ingeschreven
met
de
achternaam
Folkerts.
Het
heeft
gevolgen
voor
de
kinderen
van
Roelf
die
een andere achternaam dragen dan hun neven en nichten.
Op
15
december
1883
zit
Elze
bij
notaris
Koning
in
Wedde.
Er
is
iets
fout
gegaan
na
het
overlijden
van
Elze’s
eerste
vrouw,
Aaltje
Steffens
Bakker.
Er
is
geen
inventarisatie
gemaakt
van
de
bezittingen
van
Elze.
Door
die
nalatigheid
is
het
bezit
van
zijn
kinderen
uit
zijn
eerste
huwelijk
niet
veilig
gesteld.
Wel
belangrijk,
nu
er
uit
het
tweede
huwelijk
van
Elze
ook
kinderen
zijn
geboren.
Het
bezit
in
1856
wordt
geschat
op
ƒ3352.
Elze
koopt
zijn
kinderen
uit
z’n
eerste
huwelijk uit
(bron: RHC GrA 2207-6342-12)
.
Na
het
overlijden
van
Aaltje
Steffens
Bakker
,
en
ook
na
het
overlijden
van
Jantje
Kloppenburg,
vindt
er
geen
boedelscheiding
plaats.
Jaren
later,
op
16
februari
1906
,
wordt
het
bezit
alsnog
verdeelt.
Het
is
voor
de
notaris
een
hele
rekensom,
want
de
kinderen
uit
het
eerste
huwelijk
hebben
recht
op
een
groter
deel
dan
de
kinderen
uit
het
tweede
huwelijk.
Ook
het
aandeel
van
Geert,
overleden
in
1891,
moet
nog
apart
worden
verdeeld
over
zijn
volle
zus
en
broers,
maar
ook
nog
weer
voor
een
kleiner
deel
aan
zijn
halfbroers
en
-zus.
Omwille
van
de
leesbaarheid
vergeten
we
de
details
en
beperken
we
ons
tot
het
boerenbedrijf.
Naast
de
onroerende
goederen
(waarde
ƒ2150,-)
zijn
er
twee
koeien,
zes
varkens
en
elf
kippen.
Harm
Folkers
jr,
*1879 boedelt zijn familie uit en wordt de nieuwe eigenaar van het geheel
(bron RHC GrA 120-48-1290).
Op
6
maart
1908
verkoopt
hij
een
gedeelte
van
zijn
grondstuk
op
de
hoek
van
Musselweg
en
Zandtangerweg.
Koper
is
zijn
buurman,
kastelein
Jan
Scheper,
voor
ƒ1000,-
(bron
RHC
GrA
120-54-
2206).
Musselweg
39
is
daarmee
een
feit.
Harm
jr.
woont
bij
de
verkoop
nog
aan
de
Zandtangerweg,
maar
snel
daarna
besluit
hij
om
een
nieuw
onderkomen
te
bouwen
op
de
kop
van
het
perceel,
op
Musselweg
33
.
De
boerderij
aan
de
Zandtangerweg
gaat
tegen
de
vlakte.
Op
16
november
1911
is
er
voor
het
eerst
op
de
gevonden
kadastertekeningen
zichtbaar
dat
de
boerderij
aan
de
Zandtangerweg
is
verdwenen.
Het
land
is
omgeploegd
en
gevoegd
bij
het
landbouw-areaal.
Toch
blijft
het
geen
landbouwgrond.
O
p
31
oktober
1935
krijgt
het
zijn
woonfunctie
terug:
Harm
verkoopt
de
grond
van
zijn
oude
woonadres
voor
ƒ500,-
aan
schoenmaker
Wubbe
Wever
(bron
RHC
GrA
120-160-339)
.
Op
5
november
1935
leent
Wubbe
ƒ1800
van
landbouwer
Wollerich
uit
Stadskanaal.
Wubbe
geeft
zijn
erf
en
huis,
dat
dan
nog
gebouwd
moet
worden,
als
onderpand
(bron RHC GrA 120-161-349)
.
Wubbe
Wever
heeft
er
maar
kort
gewoond.
Nog
geen
vijf
jaar
na
de
aankoop
van
de
grond
komt
hij
te
overlijden.
Het
lukt
de
familie
waarschijnlijk
niet
om
de
hypotheeklasten
te
dragen,
want
op
3
oktober
1951
wordt
het
huis
op
last
van
Wollerich
bij
opbod
verkocht.
De
plaatselijke
Coöperatieve Boerenleenbank koopt het huis voor ƒ11100
(bron RHC GrA OZ4-1049-034-WST)
.
Een
veelvoud
van
het
oorspronkelijk
hypotheekbedrag.
De
familie
Wever
woont
dan
nog
in
het
huis. Later wordt het huis bewoond door A.Volders; we zoeken nog uit wie dit geweest kan zijn.
De
bank
heeft
het
huis
tien
jaar
in
bezit.
Op
2
februari
1961
verkopen
ze
het
bij
opbod.
Hendrik Hoitzing van Musselweg 87 is met ƒ19500 de hoogste bieder
(bron:RHC GrA OZ4-1160-054-WST
.
Wordt vervolgd…..
Zandtangerweg 1 b/c
Zandtangerweg 5
Zandtangerweg 1 en hoger
Schoenmaker
Wubbe
Wever
achter de naaimachine
v.l.n.r. Gerrit Wever, Wubbe
Wever, Leentje Wever, Baukje
Schuurman en Jan Wever (collectie
Gerrit Wever Stadskanaal)
v.l.n.r. Trientje Wever, Leentje
Wever, moeder Baukje
Schuurman, Gerrit Wever en Jan
Wever (collectie Gerrit Wever Stadskanaal)
Boven
en
onder
de
verkoopakte
uit
1827
van
het
“stukje
grond”
van
Elze
aan
zijn
broer
Meeme
(bron RHC GrA T121-25-83)
Perceel
M711
was
de
woonplek
van
Meeme
en
Alke.
Het
was
één
van
de
eerste
huizen
in
Mussel
(bron
RHC
GrA
kadasterviewer)
een
(overgetypt)
overzicht
van
de
roerende
goederen
op
de
inventarislijst,
opgemaakt
na
het
overlijden van Wubbe in 1853