Mussel,
zijn vroegere inwoners,
hun leven & hun huizen
versie mei 2019
klik op de foto’s voor een
grotere afbeelding
Musselweg 30
Op
16
augustus
1838
kopen
Jan
Berents
Timmer
en
Thecla
Zweenen
tien
bunder
veen-
en
zandgrond
tussen
de
Musselweg
en
de
Horsten.
Verkopers
zijn
de
broers
Remke
en
Jarke
Wubbes
Wijbelingh
te
Weende.
Timmer
kan
de
grond
dadelijk
aanvaarden
m.u.v.
het
stuk
veenland
dat
de
gebroeders
Wijbelingh
“nog
in
gebruik
hebben
om
te
boekweiten”.
Timmer
mag
dat
stuk
veengrond
pas
“aanvaarden
na
de
uitboekweiting,
waarvoor
een
tijdsvak
van
acht
jaaren
na
heden
blijft
gereserveerd”.
De
overeengekomen
koopsom
bedraagt
ƒ235,-.
Bij
de
transactie
woont
de
familie
Timmer
al
ergens
in
Mussel
(bron:
RHC
GrA
122-79-666)
.
Op
26
november
1858
is
het
in
handen
van
dochter
Maria
Thekla
Timmer
en
haar
man
Gerhard
Heinrich
Schepers.
Het
is
dan
nog
louter
heide
en
op
die
datum
verkopen
ze
het
terug
aan
Jan
Berents
Timmer
(bron:
RHC
GrA
119-16-162)
.
De
akte
is
vervaagt
en
slecht
te
lezen.
We
moeten
dus
eerst
op
zoek
naar
de
duplicaat-akte.
Bij
de
transactie
is
er
nog
geen
sprake
van
een
huis.
Het
is
er
gekomen,
misschien
al
op
de
huidige
plek,
maar
evengoed
kan
dit
op-
of
tegen
de
Horsten
zijn
geweest.
We
gaan
het
nog
opzoeken
in
de
Kadastrale
Archieven.
Omdat
de
familie
later
in
de
tijd
het
huis
bewoont
op
Musselweg
30,
gaan
we
er
voorlopig
maar
van
uit
dat Jan Berents Timmer ook op dit adres woonde.
Na
het
overlijden
van
Thecla
dient
de
gemeenschappelijke
boedel
te
worden
verdeeld.
Dat
gebeurt
op
3
mei
1870
via
een
verkoping
bij
opbod.
Een
huisje
tussen
Musselweg
en
Horsten
blijft
buiten
de
veiling.
Schoonzoon
Bernard
Anton
Feije
heeft
met
ƒ1550
het
hoogste
bod
(bron
RHC GrA 2207-6222-102)
.
Feije
is
in
1845
geboren
in
Klein
Dohren
in
Duitsland
nabij
Haselünne
in
het
huidige
Emsland.
Er
zijn
bronnen
die
melden
dat
Bernard
is
gevlucht
om
in
zijn
heimat
aan
de
dienstplicht
te
ontsnappen. Onderzoek in de Duitse archieven moeten volgen.
Feije
voldoet
echter
niet
aan
de
betalingsverplichtingen
en
dus
eist
de
schoonfamilie
dat
het
bezit
weer
aan
hun
vervalt.
Op
16
mei
1871
volgt
er
een
nieuwe
verkoop
bij
opbod.
De
twaalf
percelen
grond
worden
versnippert
verkocht.
Het
perceel
van
Musselweg
30
wordt
voor
ƒ430
verkocht
aan
Jarke
Wijbelingh
uit
Weende
(bron
RHC
GrA
2207-6234-1)
.
Hoe
het
verder
gaat
weten
we
nog
niet.
In
de
akte
wordt
niet
gesproken
over
het
huis,
dus
kan
best
zijn
dat
Wijbelingh
het
beklemrecht
heeft
gelaten
aan
Feije;
vooral
ook
omdat
we
weten
dat
hij
dik
25
jaar
later
het
eigendomsrecht van het stuk grond koopt. We gaan het later zien.
‘Feije
is
niet
geheel
van
onbesproken
gedrag
geweest.
In
1883
wordt
hij
veroordeeld
tot
een
maand
gevangenisstraf
omdat
hij
turf
heeft
weggenomen
van
de
bult
van
zijn
buren,
Otto
Kramer
en
Geert
Buurman.
Het
gaat
dan
om
circa
50
turven
met
een
totale
waarde
van
maximaal ƒ10,-.
(bron RHC GrA 882-148-128).
Zoon
Johannes
Bernardus
(
we
komen
hem
als
Jan,
als
Berend
en
als
Jan
Berend
tegen
in
de
archieven)
staat
op
10
juli
1892
voor
de
Arrondissementsrechtbank
in
Winschoten.
Het
verslag
van
de
rechtszitting
schets
het
volgende
beeld:
Op
de
avond
van
18
april
(Tweede
Paasdag)
gaat
Johannes
Bernardus,
21
jaar
oud,
in
gezelschap
van
Elisabeth
Schlimbach
naar
het
café
van
kastelein
Rubbinga
in
Musselkanaal.
Als
Elisabeth
later
op
de
avond
niets
meer
van
Johannes
Bernardus
wil
weten
gaat
Geert
Herman
Schuur
bij
haar
zitten.
Johannes
Bernardus
en
plaatsgenoot
Berend
Buurman
verlaten
korte
tijd
de
kroeg
om
een
mes
te
kopen
voor
het
werk
in
het
veen.
Als
ze
terugkomen
gaat
Geert
weg,
samen
met
Hendrikus
Glasmeijer
en
ook
de
zussen
Elisabeth
en
Gerbina
Schlimbach.
Johannes
Bernardus
Feije
gaat
achter
hen
aan
en
trekt
Geert,
die
tegen
een
boom
staat
te
plassen,
een
scherp
voorwerp
over
de
wang.
Feije
wordt
veroordeeld
tot
vijf
maanden
gevangenisstraf
(Bron
RHC
GrA
882-173-183)
.
Er
is
die
avond
meer
voorgevallen,
blijkt
uit
een
zitting
van
diezelfde
rechter
op
9
september.
Nu
zijn
de
rollen
omgedraaid
en
is
Geert
Herman
Schuur
de
beklaagde
en
onze
Johannes
Bernardus
het
slachtoffer.
Johannes
Bernardus
krijgt
in
de
kroeg
namelijk
een
slag
op
het
achterhoofd
van
Geert.
Geert
wordt
veroordeeld
tot
een
boete
van
ƒ5,-;
blijkbaar
toch
nog
een
beetje genoegdoening voor Johannes Bernardus?
(bron: RHC GrA 882-174-274)
.
Op 5 januari 1897 koopt pa Feije het huis op
Musselweg 30b
(bron RHC GrA 2207-6447-56)
.
Op
21
mei
1897
kopen
vader
Bernard
Anton
Feije
en
zoon
Johannes
Bernardus
Feije
het
eigendomsrecht
van
de
grond
waarop
ze
wonen
en
werken.
Verkopers
zijn
Jan
Engels
Muntinga
en
zijn
vrouw
Willemtien
Remkes
Wijbelingh
uit
Finsterwolde.
De
verkoopprijs
is
ƒ270.-.
De
familie
Feije
had
het
altoosdurende
beklemrecht
van
deze
percelen
in
handen
voor
een vaste en onveranderlijke jaarlijkse huurprijs van ƒ13,50
(bron RHC GrA 120-31-3852)
.
Na
het
overlijden
van
moeder
Feije
wordt
het
gezamenlijk
bezit
op
14
oktober
1904
tussen
pa
en
zijn
nog
twee
levende
kinderen
verdeeld.
Pa
Feije
blijft
alleen-eigenaar
van
de
boerderij
en
het
land
van
Musselweg
30;
het
heeft
een
toegekende
waarde
van
ƒ2400.
Ook
het
huis
op
Musselweg
30b
blijft
eigendom
van
pa.
Het
heeft
een
toegekende
waarde
van
ƒ1100.
Enkele
percelen
bouwgrond
in
de
Reitstreek
(waarde
ƒ800)
gaan
naar
Johannes
Bernardus.
De
over-
en
onderbedelingen
worden
contant
verrekend
(bron:
RhC
GrA
2207-6517-37)
.
Bijna
vijf
jaar
later,
op
31
maart
1909
,
verkoopt
pa
aan
zoon
Johannes
Bernardus
de
beide
huizen
met
schuur,
erf
en
bouwland
voor
ƒ4500
(bron
RHC
GrA
120-56-2798)
.
Johannes
Bernardus
woont
dan
op
Mussel
A
kanaal
wz 5
maar komt terug en trekt bij zijn vader in op Musselweg 30.
Een
week
na
de
koop
houdt
Johannes
Bernardus
een
kleine
boeldag;
een
koe,
wat
gereedschap
en
enkele
partijen
aardappelen
(pootaardappelen?)
worden
verkocht
(bron
RHC
GrA
120-56-2808)
.
Na
het
overlijden
van
Johannes
Bernardus
Feije
maakt
notaris
Poelma
op
13
december
1926
een
inventarislijst
van
de
bezittingen
op.
Natuurlijk
bezit
dit
echtpaar
verschillende
percelen
landbouwgrond
(ca.20
ha),
maar
ook
de
boerderij
aan
het
Mussel
A
kanaal
en
aan
de
Musselweg.
Om
een
indruk
te
krijgen
over
de
omvang
van
de
boerderij
geven
we
een
beschrijving
van
de
levende
have:
Twee
paarden,
vier
koeien,
twee
pinken,
twee
kalveren
en
drie varkens.
(bron RHC GrA T120-130-444)
.
Op
24
september
1947
volgt
dan
de
definitieve
scheiding.
De
boerderij
met
een
kleine
6
ha
heeft
een
toegekende
waarde
van
ƒ12216,-.
Bernard
Anton
Feije
wordt
de
eigenaar
van
de
boerderij.
De
rest
van
de
landbouwgrond,
ca,
14,5
ha,
blijft
eigendom
van
moeder
Feije-
Brunen
(bron: RHC GrA 2207-6991-14).
Wordt vervolgd…..
Musselweg 29
Musselweg 30a
Musselweg 1 t/m 39
C3118
is
de
boerderij
op
Musselweg
30
(kadasterviewer
RHC
GrA)
.
Verschillende
percelen
zijn
nog
heidevelden
en
moeten
dus
nog
worden
ontgonnen
(kadasterviewer RHC GrA)
.
Opnieuw
de
boerderij
(perc.7751),
maar
nu
heel
wat
jaren
later
(1912).
Er
staat
een
nieuwe
boerderij.
Vaag
staat
de
oude
boerderij
nog
ingetekend
(Kadasterviewer)