Mussel,
zijn vroegere inwoners,
hun leven & hun huizen
Op
29
februari
1908
verkopen
de
erven
van
Jan
Jans
Bots
2,3
ha
veengrond
in
het
Vledderveen.
De
ene
helft
aan
Albert
Klompmakers
en
de
andere
helft
aan
diens
schoonzoon
Harm
Bakker.
De
helft
van
Bakker
kost
ƒ300,
dat
van
zijn
schoonvader
ƒ400,-
(bron:
RHC
GrA
2207-
6555-59)
.
Het
prijsverschil
zal
het
gevolg
zijn
geweest
van
de
mate
waarin
de
grond
in
cultuur
is
gebracht.
Harm
Bakker
bouwt
een
huis
op
zijn
stuk
grond.
Halverwege
de
vorige
eeuw,
bij
de
invoering
van
het
nieuwe
huisnummer-systeem,
was
het
al
afgebroken.
Het
krijgt
van
ons
alsnog een adres: Bovensteveenweg 10a.
Op
16
mei
1918
geeft
Bakker
het
huis
en
ca.5
ha
grond
als
onderpand
bij
een
lening
van
ƒ3000,-.
Het
land
is
nog
niet
geheel
ontgonnen
en
Bakker
gaat
met
de
geldschieter
de
verplichting aan dat hij als eigenaar jaarlijks minimaal 50 are zal ontginnen
(bron: RHC GrA 120-88-243)
.
Twee
jongens
van
de
familie,
Jan
en
Albert,
vinden
we
ook
terug
in
de
archieven
van
de
Arrondissementsrechtbank
van
Winschoten.
Hun
is
ten
laste
gelegd
dat
ze
in
de
nacht
van
12
op
13
augustus
1936
op
het
veld
staande
roggeschoven
hebben
gestolen.
De
schoven
zijn
eigendom
van
Popke
Elzen
van
Musselweg
83
.
Rijksveldwachter
Drenth
gaat
op
speurders-
pad.
Er
gaan
voetsporen
en
sleep-sporen
vanaf
de
plek
van
de
korenschoven
naar
het
land
van
de
familie
Bakker.
De
losse
halmen
die
op
het
land
van
de
familie
Bakker
worden
gevonden
hebben
dezelfde
kleur
als
de
rogge
van
Elzen.
Drenth
vindt
op
een
wagen
bij
de
woning
van
de
familie
Bakker
dezelfde
lichte
kleur
rogge
met
weinig
onkruid
in
de
schoven,
zoals
dat
ook
bij
Elzen
het
geval
is.
Hij
beoordeelt
de
schoven
op
het
land
van
Bakker.
Die
schoven
hebben
een
donkere
kleur
met
veel
meer
onkruid.
Er
worden
meer
getuigen
opgetrommeld.
Berend
Meems
voegt
nog
wat
details
toe
over
de
grofheid
van
de
korrel
en
de
dikte
en
de
stugheid
van
de
stengel
die
afwijkt
van
elkaar.
Roelfina
en
Bertha
Arends
hebben
om
zes
uur
‘s
morgens,
tijdens
het
melken,
gezien
hoe
de
gebroeders
Bakker
hun
land
afreden
met
volgeladen
wagens
met
rogge.
De
beide
broers
wordt
officieel
ten
laste
gelegd,
dat
ze
zich
schuldig
hebben
gemaakt
“aan
strooperij
gepleegd
met
behulp
van
wagens
door
twee
vereenigde
personen”.
De
broers
worden
veroordeeld
tot
elk
zes
maanden
gevangenisstraf.
Ze
zijn
het
er
niet
mee
eens
en
gaan
in
hoger
beroep.
De
rechtbank
in
Leeuwarden
buigt
zich
over
deze
zaak
en
vernietigd
het
vonnis
van
de
Winschoter
collega’s.
De
aanklacht
van
de
Winschoters
is
verkeerd
gesteld;
het
zou
moeten
gaan
om
diefstal
en
niet
om
stroperij.
Het
vonnis
wordt
gehalveerd
en
elk
zal
voor
drie
maanden
“de
bak”
in
moeten
(bron; RHC GrA 883-463-960)
.
Harm
Bakker
overlijdt
in
1929.
Het
duurt
nog
tot
16
februari
1954
dat
het
bezit
wordt
verdeeld
onder
zijn
erfgenamen.
Ze
zijn
het
met
elkaar
eens.
Zoon
Jan
Bakker
krijgt
het
huis,
bijna
5
ha
landbouwgrond,
inboedel,
vee
en
boeren-gereedschap.
Jan
boedelt
zijn
zus
Catharina
en
zijn
broer
Jacob
uit
met
een
contante
betaling
van
een
niet
nader
genoemd
bedrag.
Broer
Albert
heeft
in
het
verleden
reeds
zijn
deel
gekregen.
Moeder
Bakker
levert
haar
aandeel
in,
in
ruil
voor levenslange kost en inwoning bij Jan
(bron RHC GrA OZ4-1076-016-WST)
.
Later meer…..
Bovensteveenweg 10
Bovensteveenweg 11
Bovensteveenweg 1 en hoger
versie april 2019
klik op de afbeeldingen en
schema’s voor een
vergroting
Bovensteveenweg 10a
Nieuwsblad v.h. Noorden 15
september 1936